calls | VoorbeeldHe calls the judge. | VertalingHij belt de rechter. |
call | VoorbeeldThey call the doctor. | VertalingZij bellen de dokter. |
called | VoorbeeldThey called me after a few days. | VertalingZe belden me na een paar dagen. |
called | VoorbeeldNo one has called him by this name. | VertalingNiemand heeft hem bij deze naam genoemd. |
calling | VoorbeeldCalling your mother is a good idea. | VertalingJe moeder bellen is een goed idee. |
call | VoorbeeldWhen are you going to call me? | VertalingWanneer ga jij mij bellen? |
call | VoorbeeldYou have a call! | VertalingJij hebt een oproep! |